Foto: STIP fractie

“Je kunt me altijd bellen”

Sybren van der Velde, vierdejaars Sint Jansbrugger, treedt na de zomer aan als raadslid van studentenraadspartij STIP. “Al in mijn eerste jaar wilde ik me graag maatschappelijk inzetten en na de wervingsborrel van STIP en de nodige koppen koffie heb ik een plekje op de lijst verworven”, vertelt Sybren. Daarmee begon zijn politieke loopbaan, die hem de afgelopen jaren langs bestuurs- en commissiefuncties bracht. En nu dus bij een zetel in de Delftse gemeenteraad.

En dat was nog niet eenvoudig, zo blijkt. Sowieso moet iedereen die tijdens de zittingstermijn van de raad fractiewerk wil doen op de kieslijst hebben gestaan. Sybren stoomde vervolgens op naar een bestuursfunctie. “Die is part-time en in dat jaar organiseer je activiteiten of houd je de partijkas in de gaten.” Daarna volgt een driejarig fractietraject, eerst als commissielid. “Je zit dan nog niet bij de raadsvergaderingen, maar in de fractie draai je voltallig mee”, licht Sybren toe. Na dat inwerkjaar volgt een fulltime raadsjaar. “En daarna ben je ouwelul en kun je de volgende lichting inwerken.” Voordat de Jansbrugger dáár is aanbeland, zijn we een kleine drie jaar verder en hoopt hij veel aangepakt te hebben.

“Studenten en normale Delftenaren”

Zijn belangrijkste drijfveer is namelijk om “dingen te kunnen veranderen”. Sybren: “er zijn heel veel studenten in Delft en waar andere partijen soms vinden dat we maar een belangenclubje moeten worden, ben ik van mening dat we als partij juist dingen kunnen aanpakken”. Daarmee snijdt hij meteen een actueel thema – en tevens het bestaansrecht van de studentenpartij – aan: de “scheiding tussen studenten en normale Delftenaren”. Toenemende studentenaantallen (van 13 naar 23 duizend in iets meer dan tien jaar tijd) zetten die relatie onder druk, merkt ook Sybren aan een groeiend aantal klachten over “tijdelijke bewoners”. Dat het menens is, blijkt ook uit het feit dat de gemeente en TU onlangs een convenant hebben getekend om – onder andere – de verbinding tussen burgers en studenten te versterken. Dat sluit perfect aan bij de missie van STIP: “we zijn ooit opgericht omdat de communicatie tussen de TU en de gemeente heel slecht ging. Nu gaat dat al beter, maar een wens van Marja” – de nieuwe burgemeester – “is om dat nog verder te verbeteren”. Het is absoluut niet zo dat alle studentenhuizen de binnenstad uit moeten, maar er “moet wel wat veranderen”, vind de STIP-per. Hij haast zich echter aan te vullen dat er ook veel goed gaat, zoals “de band die Sint Jansbrug met mevrouw Vos had en projecten van Stichting Move, waarbij studenten samen met kinderen werken aan manieren om Delft te verbeteren”.

In de kijker

Aan de andere kant probeert STIP studenten juist duidelijker te laten zien aan mede-Delftenaren, bijvoorbeeld in de OWee. Bewoners zien de evenementen daarvan liever verplaatst naar de campus, Sybren ziet dat anders. “Juist zo’n informatiemarkt willen we ontzettend graag op de Markt behouden, omdat die laat zien wat er allemaal in de studentenwereld gebeurt! En een OWee-feest op de Markt is wat ons betreft open voor iedereen, zodat ook niet-studenten kunnen meedoen”. Dat dat prima kan ziet Sybren aangetoond door het International Festival of Technology, een productie van de universiteit waar ook de gemeente veel aan bijdraagt.

Focus

Sybren’s inhoudelijke focus ligt echter bij andere zaken: ruimtelijke ordening en jeugdzorg. “Dat eerste sluit goed aan bij mijn studie Bouwkunde”, vertelt hij, “terwijl dat tweede heel anders is. Veel menselijker. Je merkt dat de vergaderingen daarover veel gemoedelijker zijn. Niemand wil immers slechte zorg!” De aanstaande gemeenteraadsverkiezingen worden ook nog wel “een groot ding”. “We hebben nu vier zetels, we zijn iedere vier jaar gegroeid en zaten al bijna aan de vijf – en er komen twee extra zetels in de raad.” De harde ambitie om die vijf nu wel te halen durft hij niet uit te spreken, maar het lijkt een logische stap. Een lijn met Sint Jansbrug blijft daarnaast ook in stand. “Zo had ik het laatst met clubgenootjes die nu bestuur doen over de afvaldienst. Ik ken de politieke kant, terwijl zij mij weer inzicht bieden in praktische problemen of klachten.” Een pro-Jansbrug-lobby zit er echter niet in. “Maar je kunt me altijd bellen!”, sluit Sybren lachend af.

Reacties

Er zijn (nog) geen reacties op dit bericht. Ben jij de eerste?

Praat zelf mee