Delftse Kerst op Sint Jansbrug

Op 17 december heeft Studenten Vrijwilligerswerk Delft (SVD) op Sint Jansbrug de Delftse Kerst georganiseerd. Tijdens De Delftse Kerst gaan honderd vrijwilligers op pad voor een bezoek aan huis en om een praatje te maken. Ook gaan studenten met alleengaanden aan tafel bij Delftse studentenverenigingen. Met heerlijke gerechten en veel hulp van de commissieleden van Aangenaam Sint Jansbrug, was de brunch in onze eetzaal zeer geslaagd en zijn er veel leuke gesprekken gevoerd tussen leden en alleengaanden.

Oud-lid Jort Winkel op TV

SBS6-kijkende Jansbruggers hadden ‘m misschien al herkend, maar eerder deze maand kwamen Jort (JC Despotes ‘10, secretaris ‘13-’14, Das Boot) en gezin voorbij in ‘VT Wonen: Weer verliefd op je huis’. Het team transformeerde hun studenten-woonkamer (inclusief de traditionele salontafel met bierdopjes-decoratie) naar een volwassen interieur. Terugkijken kan hier; een sneak-peek vind je hier.

 

Oudste promovendus aan de TU Delft

Elk jaar ronden honderden mensen hun promotie af aan de TU Delft en behalen daarmee hun doctorstitel. Dat een oud-lid  dit doet, gebeurt dan ook regelmatig. Maar Hans van Duivendijk is wel degelijk een speciaal geval, hij promoveerde namelijk op 17 juni op 89-jarige leeftijd. Hij was lid van Sint Jansbrug van 1952 tot zijn afstuderen in 1958.

 

In het interview dat Hans gaf aan de Delta (het universiteitsblad) noemt hem hoogstwaarschijnlijk oudste promovendus aan de TU Delft ooit (https://delta.tudelft.nl/article/waterbouwkundige-bestreed-dijkdoorbraken-met-bamboe-en-riet). Zijn onderzoek aan de TU Delft, Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen gaat over de strijd tegen het water. Al zijn ervaringen die hij heeft opgedaan als waterbouwkundig ingenieur hielpen hem om in zijn proefschrift een systemisch overzicht en analyse te geven van afsluitmethoden die in de afgelopen eeuwen zijn ontwikkeld (https://repository.tudelft.nl/record/uuid:c8433b04-86ba-4a8b-a5ba-a2e5c9ef103d).

 

Hans, geboren in Zierikzee, bedacht al op jonge leeftijd dat hij ingenieur wilde worden en ging daarom civiele techniek studeren aan de (toenmalige) TH Delft. Hij was nog maar net begonnen toen in 1953 de dijken doorbraken tijdens de Watersnoodramp, wat hem de kans gaf om direct betrokken te raken bij de herstelwerkzaamheden in Zeeland. Hier leerde hij de waarde van eenvoudige maar effectieve technieken in complexe waterproblemen. “Ik heb daar twee maanden gezeten om te kijken hoe ze de zeegaten weer dichtten. Ze maakten van rijshout een zinkstuk.”

 

De ervaringen in Zeeland vormde de basis voor zijn latere werk in het buitenland. Vanaf 1960 werkte Hans bij (het huidige) Royal HaskoningDHV. In Nigeria coördineerde hij de bouw van een stuwdam in de Niger, waarbij hij materialen uit verschillende landen succesvol samenbracht. In Ghana hielp hij in 1970 een lagune te sluiten met lokale middelen. “We hebben daar zinkstukken gemaakt van slaapmatten en wilden die ballasten met zandzakken. Op de laatste dag werkten we met 40 lokale vissers en 300 studenten om het gat definitief te dichten”. Dat leidde tot succes ondanks onverwachte uitdagingen zoals stormend water door opkomende wind. 

 

Zijn grootste uitdaging kwam in 1985 in Bangladesh, waar Hans betrokken was bij het afsluiten van de riviermonding van de Feni. Hij paste oude Nederlandse waterbouwtechnieken toe, gecombineerd met lokale materialen, zoals bamboe, palmbladen en riet. En zette hij tienduizend arbeiders in om binnen één getij een succesvolle afsluiting te realiseren. Zijn aanpak benadrukte de efficiëntie en effectiviteit van samenwerking en het gebruik van lokale hulpbronnen. Dat viel ook op bij de Nederlandse televisie die er een documentaire over maakte (https://www.youtube.com/watch?v=-0lMS2vJOaQ).

 

Op basis van zijn uitzonderlijke praktijkervaring werd hij partner bij Royal HaskoningDHV en universitair docent energiewaterbouw aan de TU Delft (1986 – 2009). In 2018 besloot hij te promoveren op de geschiedenis van dijkdoorbraken en het gebruik van eenvoudige middelen om deze te herstellen. Mijn zijn proefschrift benadrukt hij de blijvende relevantie van traditionele technieken en benadrukt hij de eigenschappen van zelfstandigheid en doorzettingsvermogen die zowel zijn familie en carrière kenmerken.

 

 

Terugblik reünie

Op zaterdag 9 november was het alweer tijd voor de jaarlijkse reünie. Onder het genot van OSB speciaal biertjes van lid Jeroen van de Gee, een heerlijk diner van Mess en de nodige muzikale tonen werd er ook dit jaar weer flink bijgekletst. Zie voor een sfeerimpressie foto’s hieronder.

Wil jij nu liever een Sint Jansbrug reünie bij jou in de buurt? Organiseer samen met de oudledenvereniging een regioborrel in jouw stad! Stuur hiervoor een mail naar olvbestuur@sintjansbrug.nl.

Tien jaar Fort Fox

Dit jaar bestaat ‘Fort Fox’- het voormalige woonhuis van de familie Vos naast de vereniging- al weer tien jaar. Een goed moment dus voor een terugblik met oud huis-oudste Timo Töns (2011, Tarantula) en de huidige huis-oudste, Stef Rasing (2018, Tarantula). Een gesprek over hun ervaringen als bewoners en huisgenoten, en een kijkje in de tradities van het huis. 

In welk jaar ben je in Fort Fox te wonen gekomen? En hoe?

Stef: Ik ben tijdens mijn verenigingstijd ingestemd in 2018.

Timo: In 2015, met de oprichting. Je kon je aanmelden, waarna het toenmalige bestuur van iedereen die zich aangemeld had een profiel maakte. De groep werd een beetje opgedeeld in leeftijdscategorieën, zodat het huis vanaf begin af aan wat doorstroom zou hebben. De oudste groep van zes, waar ik onderdeel van was, mocht de tweede groep van zes kiezen, waarna we met de volledige groep van twaalf de laatste vier jongste huisgenoten kozen.

Was er ook meteen een duidelijke huiscultuur?

Timo: Dat moest wel gevormd worden, maar wat wel hielp was dat er in de eerste weken geen keuken was, waardoor we moesten “kamperen” aan de Oude Delft. Dat zorgde ervoor dat er veel samen gekookt moest worden in de keuken van Sint Jansbrug. Dat schiep wel snel  een band. Daarna hebben we hard gewerkt aan nieuwe tradities om de gevormde cultuur er in te houden.

Stef: Ja, toen ik er kwam wonen was het wel al een kant-en-klaar huis. We gooiden de indeling van de woonkamer nog wel eens vaker om destijds, maar er was wel al een duidelijke cultuur in het huis.

Wat voor fysieke veranderingen zijn er nog meer geweest in het huis?

Stef: We laten na elk huisfeest dat we geven veel aankleding hangen, dus op het moment hangen er nog overal wolken van het vorige feest “feestje in de hemel”.

Timo: Wij hadden nog grootse plannen voor de kelder en de keuken. We zouden een bar in de kelder maken en een kookeiland in de keuken. Nadat ze beide gemaakt waren, is de bar voor een huisfeest in de keuken gezet. Die is daar nooit meer weggegaan, waardoor er eigenlijk geen ruimte was voor het kookeiland.

Stef: En iemand was door het kookeiland heen gezakt! Dat maakte het toch wat minder bruikbaar.

Hoe is het eigenlijk om op koprol afstand van Jansbrug te wonen?

Stef: Het heeft voordelen en nadelen. Ik hoef natuurlijk nooit naar de borrel te fietsen, wat het lekker toegankelijk maakt. Dat zorgt er wel weer voor dat je er toch net wat vaker belandt dan je eigenlijk zou willen, wat weer niet helpt met de studie. Maar regen of kou houdt mij niet tegen van in mijn bed belanden na een borrel, waardoor ik de avonden niet te laat maak als ik dat niet wil. En als het druk is bij een feest kan ik thuis naar de WC in plaats van dat ik in de rij moet wachten.

Timo: Voor mij was het in het begin nog wel lastig, aangezien ik toen in het Bestuur zat dat de contracten had opgesteld. Dan kreeg ik aan de keukentafel nog wel eens vragen daarover, wat het verschil tussen mijn rol als huisgenoot en als bestuurder een beetje vervaagde. Maar dat is later beter geworden, tegenwoordig is er minder contact tussen het huis en het bestuur nodig.

Wat is je favoriete herinnering aan het huis?

Stef: Voor mij is dat wel echt de coronaperiode geweest. We zaten toen opgesloten met elkaar waardoor het huis heel hecht is geworden. Elke avond was er gezelligheid dus dat maakte het erg speciaal.

Timo: Ik kan me nog een huisfeest herinneren waar de luchtvochtigheid zo hoog was dat het door het condens op het plafond binnen begon te regenen. Toen had ik wel echt een moment dat ik dacht ‘Wat zijn we nou allemaal aan het doen, dit is echt geweldig’.

Stef: Huisfeesten zijn in het algemeen sowieso wel echt gave momenten, want met zo een grote ruimte en zo veel mensen die er op afkomen is het net een Jansbrug feest in je eigen huis.

Timo: En het is de volgende dag een perfect moment om alles echt goed schoon te maken!

Wat is je favoriete plek in het huis?

Timo: Ik zat eigenlijk altijd in de GR, voor de gezelligheid en de afleiding tijdens het studeren. De kluis in de kelder is ook erg bijzonder, maar daar kom je wat minder snel.

Stef: Ik kan ook wel heel erg genieten van onze tuin in de zomer. We hebben recentelijk het terras uitgebreid waardoor er heel veel ruimte is om in de loungeset een boekje te lezen.

Timo: Ja, we hebben veel liefde in de tuin gestopt na de verbouwing. De tuin was de trots van mevrouw Vos, dus we moesten ook wat dingen aanpassen om het wat minder onderhoud-behoevend te maken, maar het is erg mooi zoals het er nu staat.

Stef: We proberen er met de tuin dag ook altijd een nieuw projectje aan toe te voegen. Zo hebben we een aantal jaar geleden een vijgenboom geplant die inmiddels al vrij groot is. Ik denk dat ik niet meer vijgen zal kunnen plukken voordat ik het huis uit ben, maar ooit zal dat wel kunnen.

Waarvan zou je over tien jaar blij worden als je het huis binnenkomt?

Stef: Het zou mij wel grappig lijken om te zien dat bepaalde tradities die er nu zijn dan nog bestaan. Bijvoorbeeld de rad van snack, waarmee we elke vrijdag bepalen waar we een broodje gaan halen.

Timo: Voor mij zou het zijn waar ik nu ook erg blij van word als ik langskom; dat mensen er dezelfde lol uit halen als ik er destijds uit heb gehaald.

Hebben jullie nog een afsluitende anekdote over het huis die jullie willen delen?

Timo: Eentje over het einde van mijn tijd in het huis. Er is voor mij een heel duidelijk moment geweest waarop ik dacht “ik moet het huis uit”. Ik had een hele vroege vergadering bij mijn werk, dus stond ik enorm vroeg op en ging ik naar de badkamer om te douchen. Wat ik daar aantrof was een half opgegeten turkse pizza die een dronken huisgenoot daar was vergeten. Toen was het voor mij duidelijk dat de wereld waar ik in woonde en de wereld waar ik mijn leven in leidde niet meer op elkaar aansloten.

 

Stef en zijn huisgenoten zijn de komende tijd bezig met het plannen van het tweede lustrum van hun huis. Op 8 maart zal er een rondleiding plaatsvinden ter ere hiervan, waardoor ook jij een kijkje kunt nemen door het grootste studentenhuis van Sint Jansbrug! Klik hier om je op te geven.

‘Als decaan ben je een soort van burgemeester’

Als een van de weinigen is hij weer terug op zijn oude nest, vertelt Stefan Aarninkhof (Black Label ’91, Bamb). Zo’n dertig jaar geleden liep hij zelf als student rond bij civiele techniek, maar ondertussen is hij er hoogleraar kustwaterbouwkunde en sinds begin dit jaar vervult hij de rol van decaan van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen.

‘De meeste mensen zijn na hun studie de wijde wereld in getrokken. ‘Dat heb ik ook gedaan,’ begint hij zijn verhaal. Na zijn afstuderen kwam hij bij Deltares terecht, waar hij in totaal tien jaar is gebleven. Daarna werkte hij nog eens tien jaar in de aannemerij, bij Boskalis, voordat hij weer terugkeerde naar de TU. ‘Dat was een hele andere tak van sport, maar we deden fantastisch leuke dingen. We waren bezig met supergrote werken, overal ter wereld.’ Daar hield hij zich vooral bezig met de milieu-impact van de projecten. Dat was vaak een make-or-break punt. ‘Ik zat altijd een beetje op de grens van uitvoering en onderzoek. Ik vond het leuk om die brug te slaan.’

Bij het opzetten van de Tweede Maasvlakte leek het mis te gaan. Na lang voorbereidend werk en vele doorrekeningen, lag er eindelijk een vergunning, maar die werd op het laatste moment om ecologische redenen toch weer ingetrokken. ‘Toen dachten de aannemers: “Dit gaat niet zo goed. We moeten het natuurlijke systeem beter begrijpen. Dus laten we een innovatieprogramma beginnen met verschillende bureaus, universiteiten, kennisinstellingen en samen met de overheid om de milieukennis rond waterbouwkundige werken te verbeteren.” Dat is Bouwen met de Natuur geworden: EcoShape.’

‘We begonnen zaken als natuurontwikkeling en recreatie aan de voorkant in ontwerpprocessen mee te nemen, naast de technische eisen. Op die manier kom je tot heel andere oplossingen voor waterbouwkundige werken. Maar dat kan je niet in je eentje als eenvoudige ingenieur. Daarvoor moet je samenwerken met bijvoorbeeld ecologen, bestuurskundigen of mensen die bij ngo’s werken. Alleen op die manier kan het een succes worden.’

In zekere zin is het niet eens zo verschillend van het vak van decaan. Om dat tot een goed einde te brengen, moet je ook met een hoop verschillende mensen rekening houden en samenwerken. ‘Je bent de baas van de faculteit. Dus eigenlijk ben je verantwoordelijk voor het hele reilen en zeilen; voor het welzijn van studenten, staf en andere personen die hier werken, maar ook voor het gebouw zelf, de financiën, het onderwijs en het onderzoek. Als decaan ben je eigenlijk een soort van burgemeester. Ik wil voor verbinding zorgen, over de grenzen van onderwijs en onderzoek heen.’

‘Individuele onderzoekers hebben zelf sterk stuur op de richting van hun werk, daar proberen wij als faculteit daar de kaders voor te bieden. Omgekeerd kan het ook betekenen dat we het onderzoek richten op de strategische doelen van de faculteit. Een daarvan is om het sterke fundamentele onderzoek dat we hebben in te bedden in bredere programma’s met meer impact in de maatschappij.’ Zo vertelt Stefan dat ze bezig zijn om een initiatief rondom critical raw materials op te zetten. Dat zijn mineralen die je nodig hebt om onder andere mobiele telefoons te maken en waarvoor we nu nog sterk afhankelijk zijn van landen als China en Rusland. ‘Voor de Europese autonomie willen we deze afhankelijkheid minimaliseren. Om die reden zijn we op zoek naar nieuwe manieren om deze materialen zelf te winnen.’

‘Naast het inhoudelijke werk bekommeren we ons natuurlijk ook om de gezondheid van onze mensen. Zo ben ik met collega’s recent een nieuw initiatief gestart: CEG in motion.’ Het idee was dat we met een grote groep een stuk gaan rennen en eindigen in de faculteitsbar voor nog een drankje met elkaar. ‘De deelnemers waren super divers; studenten, PhD’ers en staf uit alle hoeken van het gebouw, nationaal en internationaal. Ik heb er mensen gesproken die ik normaal nooit zou spreken en omgekeerd had ik ook de indruk dat mensen het ook wel leuk vonden om een keer samen met de decaan te sporten. Je ziet wel dat die jonge gasten je eruit rennen, maar daarna zie je elkaar weer bij PSOR en dan is iedereen er in trainingspak. Sport verbroedert wel, hè.’

‘Zo proberen we dat community gevoel binnen de faculteit toch een beetje te versterken. Want het is toch een belangrijke periode in het leven voor veel mensen. Dat is bij mij niet anders. Als ik naar het Deltacongres ga, kan het zomaar dat ik een paar jongens uit de jaarclub tegenkom. Dat is allemaal begonnen in de studententijd en we weten elkaar altijd weer te vinden.’

‘Wat dat betreft is Sint Jansbrug me wel veel waard geweest.’ Het is nu haast niet meer voor te stellen, maar ooit kwam Stefan als rustig ventje uit Twente in Delft aan. Ze hadden weinig ervaring met studeren in zijn familie en hij heeft het eerst een jaartje aangekeken, zo vertelt hij. In zijn tweede jaar is hij lid geworden: ‘Dat was een uitstekende keuze. Er ging een wereld open. Dat zie ik ook met onze middelste. Die zit nu in Delft en is lid geworden bij Virgiel. Dat dan weer wel. Er gaan ook dingen mis in mijn leven,’ lacht hij. ‘Maar hij heeft het enorm naar zijn zin.’

‘Bij zijn KMT zie ik nu ook dat er meer aandacht is voor het welzijn van de mensen dan vroeger het geval was. Dat vind ik een goede ontwikkeling. Gelukkig is het spontane en verbindende van de verenigingen hetzelfde gebleven. Als je de foto’s die nu worden gemaakt, vergelijkt met dertig jaar geleden, zijn de kapsels veranderd, maar dat is eigenlijk ook het enige. Je ziet dezelfde enthousiaste mensen die zich hebben uitgesloofd voor een of andere thema-avond of een feest. Je ziet wel hoe makkelijk mensen in Delft kunnen landen door een vereniging. Dat doen ze goed!’

Aan het eind van het interview vraagt Stefan snel of Clubs-1 nog actief is. Zijn ogen beginnen te glinsteren. ‘Die hebben wij toen nog opgericht met Black Label. Dertig jaar is toch best lang voor een uit de hand gelopen grap. Ik wens ze een voorspoedige toekomst.’

Lid Imara Stemvers bij de Dutch Design Week

Imara Stemvers gaat komend weekend met haar project staan bij de Dutch Design Week 2024, ga vooral langs!

𝗵𝗲𝗹𝗹𝗼. 𝗿𝗲/𝗿𝗼𝗼𝘁𝗶𝗻𝗴 @ 𝗗𝘂𝘁𝗰𝗵 𝗗𝗲𝘀𝗶𝗴𝗻 𝗪𝗲𝗲𝗸 𝟮𝟬𝟮𝟰.

re/rooting is an interactive installation that explores cultural exchange in gentrified neighbourhoods. What does it mean to be rooted in a place? Can old roots foster new bloom?

Our project will be @ Brabant Ontmoet on October 26-27 (last weekend of the DDW).

📍 Brabant Ontmoet, Ketelhuisplein, Strijp-S, Eindhoven
https://www.instagram.com/reel/DBO4NS6KlUL/?utm_source=ig_web_copy_link&igsh=MzRlODBiNWFlZA==

Terugblik OWee

Tussen 18 en 22 augustus is de OWee, met het thema ‘Sowieso Sint Jansbrug!’, weer losgebarsten! De week was op Sint Jansbrug gevuld met mooie activiteiten, bandjes op de borrelboot en natuurlijk elke avond een overvolle feestzaal. De week is afgesloten met 94 inschrijvingen, wat lager uitviel dan verwacht. Desondanks zijn we enorm blij met de jaarlaag die we wel hebben. Kijkend naar verenigingen om ons heen mogen we trots zijn op het ledenaantal dat we hebben behaald in het huidige studieklimaat.

 

Zomeronderhoud

Afgelopen weken stond het pand van Sint Jansbrug in de steigers. We hebben dit jaar groot onderhoud uitgevoerd aan het dak en aan al het houtwerk in de gevel. Een deel van de dakpannen is vervangen en het dak is geïsoleerd op de plekken waar dit nog nodig was. Verder heeft de schilder de volledige gevel opnieuw geverfd en ziet de voorkant van het pand er weer mooi uit. Mooi op tijd om in de vereniging in de OWee van haar beste kant te laten zien.

Terugblik activiteiten OLV

JongOudledenfeest

Het is alweer even geleden, maar de woensdag voor Hemelvaart vond, zoals gewoonlijk het JongOudledenfeest (JOL) plaats. Het thema ‘Back to the Future’ zorgde voor een combinatie van nostalgie en futuristische lasers. Met een drukke borrelvloer, karaoke in de achterzaal, DJ’s van weleer en zelfs een rij voor het pand ‘s avonds laat, was het weer een geslaagd feest. Tip voor volgend jaar dus: wees op tijd!

Familiedag

En ook de familiedag is inmiddels een terugkerend evenement. Op zaterdag 15 juni stond Sint Jansbrug in het teken van allerlei spellen en vermaak voor jong en oud. Zo werden er mokken beschilderd en er was een voetbaltafel, een springkussen en een quiz voor het hele gezin! Papa’s, mama’s, opa’s en oma’s haalden daarbij herinneringen op en lieten hun studentenvereniging van vroeger graag zien aan hun (klein)kinderen. De winnaars van de pubquiz kregen kaartjes voor de musical Rapunzel. Zij hebben genoten van de voorstelling en zijn daar met iedereen van de cast op de foto geweest. Foto’s zijn hier te bekijken!

Vrijdagmiddag zomerborrel

21 juni was het tijd voor de tweede vrijdagmiddagborrel op Sint Jansbrug. Onder het genot van een drankje hebben we de zomer ingeluid en tevens de WK wedstrijd Nederland – Frankrijk gekeken.

We zien jullie op 27 september graag bij de regioborrel in Den Haag en op de reünie van 9 november op Sint Jansbrug.