Samenwerken om een mens te laten lopen

Het ontwerpen van een “exoskelet om dwarslaesie patiënten weer te laten lopen”: dat is de missie van Project MARCH, het jongste van de 14 Dreamteams van de TU. Vanaf september gaan drie Sint Jansbruggers – Rafael, Gailey en Gijs – er fulltime aan de slag. Vanwege het ‘Dreamteam-virus’, om vakken in de praktijk te kunnen brengen en om de kans te krijgen om een medemens te helpen. Of, zoals Gijs het verwoordt: “het is eens geen snelle auto, maar je helpt mensen een overwinning boeken op een aandoening die maakt dat ze niet meer kunnen lopen. En dat is cool!” Tijd voor een verdere kennismaking met deze drie.

Die begint in de Dreamhall, een ouder TU-gebouw en tegenwoordig de werkplaats van de studententeams. In het midden een rij freesbanken en draaitafels, aan de zijkant garageboxen – ieder team één. Daarvandaan staart een waterstof-racer je aan, en iets verderop een elektrische motorfiets. Wat dat betreft vallen de met elektronica bezaaide bureaus van Project MARCH een beetje tegen. 

De reden blijkt simpel: “We hebben het exoskelet net uit elkaar gehaald, want we vonden het niet goed genoeg”, vertelt Rafael. Dat soort grote veranderingen zijn typisch voor de Dreamteams, legt hij uit. “In een ander team waarin ik meeliep zeiden we altijd dat één uur in de hal overeenkomt met één dag in het bedrijfsleven, omdat alles zo ontzettend snel gaat.”

Opper-Werktuigbouwer

Waar Gailey en Gijs nieuw instromen, is Rafael al een half jaar bezig. “Tot nu toe vooral met het brein van de robot, dat ook als zodanig werkt. Dus niet ‘nu moet ik gewricht zus of zo zoveel graden verdraaien’, maar ‘nu moet ik opstaan’.” Volgend jaar wordt hij ‘chief engineer’ en zit hij samen met twee anderen in het managementteam. Rafael: “Het leuke daaraan vind ik de combinatie tussen techniek en people skills. Hoe krijg ik mensen betrokken, maar ook hoe krijg ik dingen zo goed en zo snel mogelijk af?”. Gailey en Gijs zitten beide meer op de techniek. “Ik word ‘chief mechanical’, en daarmee dus de opper-Werktuigbouwer van het team”, vertelt Gailey enthousiast. “In die functie ga ik met mijn team bijvoorbeeld werken aan de ‘joints’ – de gewrichten van het skelet”. Gijs – student Industrieel Ontwerpen – is verantwoordelijk voor “de interactie tussen mens en machine, waarbij je bekijkt hoe je de robot zo goed mogelijk af kan stellen op de mens en je ‘m zo bouwt dat de gebruiker het skelet logisch kan bedienen.”

Claudia

Die ‘gebruiker’ is niet één van de studenten, maar Claudia, 45 jaar oud en sinds 2004 gebonden aan een rolstoel. De Sint Jansbruggers hebben het consequent over de ‘piloot’. “Veel bestaande exoskeletten hebben namelijk een aantal modi – zoals lopen en staan – en gaan er op die manier met de gebruiker vandoor. Wij doen dat anders, en maken mogelijk dat Claudia via haar krukken als het ware aanwijst waar ze naartoe wil. Hoe dat precies werkt kan ik je nog niet vertellen”, besluit Rafael mysterieus.

Toch dringt de tijd, want binnen ’n week moet Claudia met het exoskelet gaan trainen. Dat gebeurt bij de Sint Maartenskliniek in Nijmegen – “best een logistieke uitdaging, met alle apparatuur” – en met Claudia’s vaste therapeuten in de buurt. “Fysiotherapie is zwaar, uitputtend. Dat beperkt de mogelijkheden per training, dus het doel is zoveel mogelijk feedback uit één sessie te halen”, weet Gailey. De studenten kunnen dan hun ontwerp weer verder verbeteren en zo iedere week een iteratie maken.

Toch een wedstrijd

Desalniettemin werken ze uiteindelijk toch ook naar een wedstrijd toe. De Cybathlon, “het eerste internationale evenement voor bionische para-atleten”, die begin oktober in Zürich wordt gehouden. “Daar zal Claudia met ons exoskelet een aantal alledaagse obstakels moeten overwinnen, zoals een trap of een ongelijke vloer”, legt Rafael uit. Gailey: “Dat laatste vereist bijvoorbeeld weer een extra enkelscharnier.” “In het begin moet Claudia vooral met de robot leren omgaan, maar als dat goed gaat kunnen we gaan testen op een nagebouwd race-parcours”, zegt Rafael hoopvol. Omdat dat geen jaarlijks evenement is, weten Rafael en de zijnen nog niet wat de uitdaging voor volgend jaar wordt. “Misschien een bergbeklimming, of zo. We willen namelijk wel ieder jaar een doel om naartoe te werken.”

Leren plannen

Ondanks dat alle drie nu al goed weten waar ze het over hebben, zien ze vooral ook leermogelijkheden voor zichzelf. Rafael wil uitproberen of management wat voor hem is, Gailey wil “echt goed worden in Matlab, Solidworks en andere computerprogramma’s” en bij Gijs staat “leren plannen” op één. “Ik moet immers een groep mensen gaan aansturen, dat werkt niet als je niet plant!” Dat ze daardoor wat weekenden bij hun ouders of borrelavonden met hun jaarclub moeten opofferen, weten ze allemaal. “Maar dat is niet erg, want uiteindelijk gaan we samenwerken om een mens te laten lopen!”, concludeert Gailey met twinkelende ogen. “En dat is cool!”

Een officieel erkend goed doel is Project MARCH niet, maar hulp kunnen ze zeker gebruiken. “Dat hoeft overigens geen geld te zijn”, zegt Rafael, “het is ook super als iemand ons kan leren om beter met een softwarepakket om te gaan, of mee wil denken bij een ontwerpprobleem.” Geïnteresseerd en nog ’n dagje vrij? Rafael hoort graag van je via info@projectmarch.nl.

 

Reacties

Er zijn (nog) geen reacties op dit bericht. Ben jij de eerste?

Praat zelf mee